Home Algemeen Mijn Reis naar het Kunstenaarschap

Mijn Reis naar het Kunstenaarschap

Getoonde foto was het ouderlijk huis in Deventer

by Kunstbeeld
24 views

Wat maakt dat ik me wil bezighouden met fotografie en het kunstenaarschap? De drang om te fotograferen en te schilderen was er al op jonge leeftijd. Het tekenen van een huisje met diepte vond ik toen al fascinerend. Het feit dat ik op jonge leeftijd al bezig was met het weergeven van perspectief was vrij uitzonderlijk, hoewel ik dat zelf toen niet bijzonder vond.
De uitgesproken stimulans van mijn schooljuf en later mijn ouders heeft een belangrijke rol gespeeld in het verder ontwikkelen van mijn kunstenaarschap. In een omgeving waarin mijn oudste broer zich ook bezighield met fotografie, kwam ik in aanraking met deze techniek. Fotografie leerde me steeds beter kijken en observeren, vooral op het gebied van perspectief. Ik begon met zwart-witfotografie, maar later ontdekte ik de wereld van kleurenfotografie. Dit veranderde mijn kijk op kleur ingrijpend.

Uiteindelijk resulteerde dit in een diepe interesse in kleurtheorie, wat ertoe leidde dat ik boeken over kleurenleer aanschafte en me hierin ging verdiepen. Mijn kleurvoorkeuren werden uiteindelijk sterk beïnvloed door de postzegelverzameling van mijn vader. Hoewel ik zelf niet veel met de postzegels had, waren de afbeeldingen erop van groot belang voor mij. Veel van deze postzegels toonden gebrandschilderde ramen met kerkelijke afbeeldingen.

(Foto: expositie lebuinuskerk te Deventer )

Theo Urbach

Tijdens vakanties was het vaste prik: samen met mijn ouders gingen we eerst naar de plaatselijke VVV en daarna naar de kerk om de gebrandschilderde ramen te bekijken. Mijn vader’s interesse in postzegels, waarop vaak afbeeldingen van deze ramen stonden, bracht ons daarheen. De afbeeldingen waren prachtig, maar het waren vooral de kleuren die mij fascineerden. Wanneer de zon door de ramen scheen, maakten het diepe rood en de contrasterende tinten een onuitwisbare indruk op me. Dit kleurcontrast is later in sommige van mijn schilderijen terug te zien. Aanvankelijk ging het me echter vooral om de warme kleuren die ik daar ontdekte.

Maar om terug te komen op de vraag: wat is nou mijn drijfveer geweest? Ik denk dat het voor een groot deel te maken had met een bewijsdrang—de behoefte om te laten zien dat ik iets kon. Dat hing samen met mijn dyslexie. Als zoon van een hoofdonderwijzer was het lastig om te zien dat ik moeite had met schrijven en achterbleef met lezen. In die tijd bestond het woord “dyslexie” nog niet, en men wist niet wat het precies inhield.

Ik begon onderaan de ladder. Op zich is daar niets mis mee, maar het gaf me wel een sterk gevoel dat ik mezelf moest bewijzen. Ik vermoed dat veel mensen met dyslexie in die tijd een vergelijkbare drive ontwikkelden. En eerlijk gezegd is dat niet verkeerd, maar het maakte de weg wel zwaar en ingewikkeld. Ik stuitte vaak op onbegrip.

Theo Urbach

Tegenwoordig zijn er allerlei hulpmiddelen en ondersteuning voor mensen met dyslexie. Het is nu een erkend “aandoening” waarvoor aanpassingen worden gemaakt. Maar in mijn tijd voelde het als een draak om mee om te gaan. Het vergde enorm veel kracht en doorzettingsvermogen.

( toch komt soms een postzegel terug in mijn afbeelding )

Dit soort verhalen heb ik al eens eerder verteld aan een verslaggever en zijn in verkorte vorm gepubliceerd in kranten en tijdschriften. Maar dit keer vind ik het belangrijk om ze op mijn eigen manier te beschrijven.

You may also like