Medium : Acryl op papier
Formaat : 35 x 35 cm
Formaat 100 x 100
Een minimalistisch kunstwerk dat de vluchtigheid van een enkel moment vastlegt. De wolk, subtiel weergegeven tegen een diepzwarte achtergrond, symboliseert zowel eenvoud als complexiteit. Dit beeld roept een gevoel van kalmte en reflectie op, terwijl het de kijker uitnodigt om de schoonheid te vinden in het alledaagse.
Tentoonstellings concept: “Dialoog in Beeld”
Hier een voorbeeld hoe het zou kunnen:
Hier is een uitgewerkte aanpak voor het combineren van een beroemde kunstenaar met lokaal talent in een gezamenlijke tentoonstelling:
Tentoonstellingsconcept: “Dialoog in Beeld”
Thema: “Verleden en Toekomst: Deventer door Twee Lenzen”
• Een tentoonstelling waarin een gerenommeerde nationale fotograaf (bijvoorbeeld Rineke Dijkstra ) samenwerkt met een opkomende fotograaf uit Deventer. Beide kunstenaars onderzoeken en verbeelden het thema “Verleden en Toekomst”, geïnspireerd door de rijke historie en het moderne leven in Deventer.
Hoe werkt het?
1. Selectie van kunstenaars:
• Beroemde fotograaf: Kies een fotograaf met landelijke of internationale bekendheid die bekendstaat om een specifieke stijl of maatschappelijk relevante thema’s.
• Lokaal talent: Organiseer een oproep onder Deventer fotografen, waarbij kandidaten hun portfolio kunnen indienen. Een jury, mogelijk met de nationale fotograaf, selecteert de lokale deelnemer.
2. Gezamenlijke creatie:
• De kunstenaars maken gezamenlijk een nieuw werk of presenteren bestaande stukken die in dialoog met elkaar staan.
• De tentoonstelling toont hoe zij hetzelfde thema benaderen vanuit verschillende achtergronden en ervaringen.
3. Verschillende perspectieven:
• De bekende fotograaf kan het grotere, meer abstracte verhaal vertellen, terwijl het lokale talent zich richt op specifieke, persoonlijke verhalen uit de Deventer gemeenschap.
• Bijvoorbeeld: de nationale fotograaf toont een abstracte serie over stadsevolutie, terwijl de lokale fotograaf portretten maakt van Deventenaren die een band hebben met historische gebouwen of tradities.
4. Interactieve presentatie:
• Gebruik een zaalopstelling waarbij de werken naast elkaar hangen met toelichtingen over hun verband en de samenwerking tussen de kunstenaars.
• Voeg interactieve elementen toe, zoals video-interviews waarin beide kunstenaars hun proces en visie toelichten.
Publieksprogramma rond de tentoonstelling
• Artist Talks: Beide kunstenaars geven lezingen over hun werk en hun kijk op Deventer.
• Workshops: De nationale fotograaf organiseert een masterclass fotografie voor gevorderden, terwijl de lokale kunstenaar een toegankelijke workshop aanbiedt voor beginners.
• Community Project: Bezoekers worden uitgenodigd om hun eigen foto’s van “Verleden en Toekomst in Deventer” in te sturen. Een selectie hiervan wordt in de tentoonstelling opgenomen of online gedeeld.
Marketingstrategie
• Focus op het verhaal: Promoot de tentoonstelling als een unieke kans om nationaal en lokaal talent samen te zien werken en verhalen over Deventer op een nieuwe manier te beleven.
• Lokaal en regionaal bereik: Werk samen met lokale media, bedrijven en organisaties om het lokale publiek te bereiken.
• Social media-campagne: Deel behind-the-scenes-content van het creatieve proces tussen de kunstenaars. Gebruik hashtags zoals #DialoogInBeeld en #DeventerVerledenToekomst.
Resultaat
Deze samenwerking:
• Versterkt de positie van lokaal talent door hen te presenteren naast een beroemd kunstenaar.
• Trekt zowel een lokaal publiek als bezoekers van buiten Deventer die worden aangetrokken door de bekende naam.
• Brengt een unieke tentoonstelling tot stand die past bij de identiteit en het erfgoed van Deventer.
Kunstbrug Deventer: Waar Lokale en Nationale Talenten Samenkomen
Dit zou een optie kunnen zijn…
Missie
Het museum in Deventer is een platform waar kunst en fotografie samenkomen om lokale en nationale talenten te verbinden. We streven ernaar om lokale kunstenaars een podium te bieden naast gerenommeerde nationale namen, waardoor kunst van alle niveaus een breed publiek inspireert en verbindt.
Visie
Wij willen een culturele ontmoetingsplaats zijn die Deventer op de kaart zet als een broedplaats voor kunst en fotografie. Door lokale kunstenaars en fotografen te koppelen aan nationale grootheden, creëren we unieke dialogen die bezoekers verrijken en nieuw talent stimuleren. Ons museum versterkt de culturele gemeenschap en biedt een toegankelijk en inspirerend aanbod voor een divers publiek.
Beleid
1. Expositiemodel
• Elke expositie brengt een lokale kunstenaar of fotograaf samen met een bekende nationale kunstenaar.
• De nationale kunstenaar dient als publiekstrekker en biedt een podium waarop het lokale talent kan meeliften.
• Lokale kunstenaars worden geselecteerd via open calls, in samenwerking met lokale organisaties of op basis van het Deventer Kunstarchief.
2. Conservator en artistieke begeleiding
• De conservator wordt gekozen uit afgestudeerden van Nederlandse kunst- en fotografieopleidingen.
• Deze conservatoren volgen een stageperiode van twee jaar, waarin zij praktijkervaring opdoen en bijdragen aan het artistieke beleid van het museum.
• Het Deventer Kunstarchief speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen van thema’s en het selecteren van lokale kunstenaars.
3. Publiek en inclusie
• Promotiecampagnes benadrukken de unieke samenwerking tussen lokaal en nationaal talent om een breed publiek te trekken.
• Toegankelijke activiteiten zoals lezingen, workshops en open avonden worden georganiseerd om de betrokkenheid van bezoekers te vergroten.
• Het museum werkt samen met scholen en culturele instellingen om jonge generaties te inspireren.
4. Talentontwikkeling
• Lokale kunstenaars krijgen professionele begeleiding, mentorschap door nationale kunstenaars en toegang tot netwerken en media.
• Het museum introduceert een jaarlijks terugkerende “Deventer Talentprijs” als stimulans voor opkomend talent.
5. Duurzaamheid en samenwerking
• Het museum werkt actief samen met lokale en nationale kunstinstellingen, sponsors en fondsen om financiële stabiliteit en continuïteit te waarborgen.
• Na elke expositie volgt een evaluatie om te leren en het programma verder te verbeteren.
Dit kunstwerk, vastgelegd op Film Harman Phoenix 200, benadrukt het unieke karakter van deze film. De kenmerkende korrelstructuur en het subtiele kleurcontrast van de film geven de afbeelding een warme, bijna nostalgische sfeer. De boomstam op de voorgrond, met zijn rijke textuur en aardse tinten, wordt versterkt door de zachte tonaliteiten en dynamische kleurovergangen die kenmerkend zijn voor de Harman Phoenix 200.
Op de achtergrond zorgt de moderne architectuur met zijn strakke lijnen en spiegelende oppervlakken voor een boeiende juxtapositie. Dankzij de film wordt de natuurlijke warmte van het onderwerp gecombineerd met een filmische esthetiek, wat een tijdloze en tactiele kwaliteit aan het beeld toevoegt.
“Dit werk is geschoten op Harman Phoenix 200, een film die de balans tussen detail en sfeer perfect weergeeft. Het organische karakter van de film vangt de essentie van zowel natuur als architectuur in een stedelijke context, en nodigt uit om de poëtische spanning tussen de twee te ervaren.”
Olie op doek
Formaat 100 x 100 cm
Jaartal 2024
Ik heb de cultuurnota van de gemeente Deventer opgezocht.
De cultuurnota van Deventer bevat veel ambities en mooie woorden, maar roept ook vragen op over de uitvoerbaarheid, toegankelijkheid en de betrokkenheid bij het opstellen ervan. Hier een aantal punten uitgelicht:
1. Veerkracht door verbinding
De nota benadrukt dat “veerkracht ontstaat als mensen, organisaties en overheden elkaar weten te vinden.” Dit klinkt mooi, maar hoe wordt deze samenwerking concreet vormgegeven? Welke rol speelt de gemeente hierin, en hoe worden inwoners actief betrokken? Dit blijft vaag en lijkt vooral op beleidsjargon.
2. De kracht van kunst, cultuur en erfgoed
Er wordt gesproken over het koesteren en versterken van het “brede palet aan kunst, cultuur en erfgoed” in Deventer. Toch wordt weinig concreet gemaakt hoe dit in de praktijk wordt bereikt. Hoe worden bijvoorbeeld kleinere, kwetsbare initiatieven ondersteund, en wat zijn de prioriteiten binnen dit brede palet?
3. Stevig fundament voor de sector
Meerjarige afspraken, steun aan nieuwe makers en flexibel cultureel aanbod klinken ambitieus, maar hier ontbreekt een duidelijke strategie. Wie bepaalt de invulling hiervan, en hoe wordt hierop gemonitord? De vraag dringt zich op of de nota niet te veel een opsomming van idealen is zonder concrete stappenplannen.
4. Cultureel vastgoed
Het optimaliseren van cultureel vastgoed wordt genoemd als doel, maar ook hier ontbreken harde cijfers of plannen. Hoeveel middelen zijn hiervoor beschikbaar? Wat betekent “meegroeien met de tijd en behoeften” in de praktijk? Zonder antwoorden blijft dit slechts een loze kreet.
Kritiek op de nota zelf
Het thema Dichtbij, Betrokken en Bevlogen klinkt inspirerend, maar voelt als een contradictie wanneer de nota zo omvangrijk en ontoegankelijk is. Voor een document dat voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn, is het behoorlijk taai om doorheen te komen. Of dit nu intern is geschreven of door een extern bureau, het leest alsof het vooral bedoeld is voor beleidsmakers en minder voor de inwoners of de culturele sector zelf.
Veerkracht wordt als sleutelwoord gepresenteerd, maar ironisch genoeg lijkt deze nota eerder een oefening in beleidsmatig doorzetten dan in praktisch realiseren. Wie hier daadwerkelijk gebruik van maakt of hoe het bijdraagt aan de cultuur in Deventer, blijft in veel gevallen een raadsel.
Het kunstbeleid van de Gemeente Deventer lijkt onzichtbaar in het huidige tijdperk. In eerdere jaren werd er regelmatig kunst aangekocht van lokale kunstenaars, vaak via regelingen die destijds bestonden. Dit hielp om de gemeentelijke kunstcollectie op peil te houden. Jaarlijks werden minstens één of twee werken aangeschaft. Een goed overzicht van kunstenaars die door de jaren heen in Deventer hebben gewoond en gewerkt, zou de geschiedenis en culturele rijkdom van de stad versterken. Helaas ontbreekt zo’n overzicht, waardoor we bij terugblikken op deze periode een beperkt beeld overhouden.
Momenteel toont Museum De Waag slechts een klein en mager overzicht, beperkt tot een specifieke periode. Waar zijn de hedendaagse Deventer kunstenaars met hun werk? Het lijkt erop dat er geen structureel collectiebeheer voor Deventer kunst bestaat. Dit wordt onderstreept door het feit dat kunstwerken uit het oude stadhuis zijn verwijderd omdat de architect dit bij de bouw van het nieuwe stadhuis afdwong. Deze werken zijn opgeslagen in Zwolle, wat aanzienlijk kostbaar bleek. Bovendien zijn destijds veel werken op mysterieuze wijze verdwenen, vermoedelijk meegenomen door personen die ze privé wilden houden. Dit alles roept de vraag op: hoe waardeert de gemeente haar kunstenaars eigenlijk?

Een permanente plek waar Deventenaren het werk van hun eigen kunstenaars kunnen bewonderen, ontbreekt volledig. Dit is een gemiste kans. Hoewel er initiatieven zijn, zoals tentoonstellingen in de Bergkerk, worden kunstenaars vaak opgepropt in samenwerkingsverbanden. Hierdoor komt hun werk niet volledig tot zijn recht. Een beter alternatief zou zijn om een kleiner aantal kunstenaars individueel te laten schitteren, met als kroon op het werk de aankoop van enkele stukken voor de gemeentelijke collectie.
Er zijn verschillende mogelijkheden om dit te realiseren zonder hoge kosten. Denk aan het herbestemmen van bestaande ruimtes zoals het stadhuis, Kunstenlab of de Bergkerk voor reguliere exposities. Of ga een samenwerking aan met slechtlopende musea of neem een dergelijk museum over. Voorbeelden zoals Museum MORE in Gorssel of Museum Singer in Laren laten zien wat een goed beleid kan betekenen voor een stad. Dit brengt niet alleen kunst en cultuur naar de voorgrond, maar stimuleert ook de lokale economie en middenstand.
Deventer heeft de potentie om opnieuw een kunstenaarsstad te worden, zoals het ooit bekend stond. Hiervoor is wel nodig dat de gemeente buiten de huidige kaders durft te denken en het beleid opnieuw vormgeeft. Het huidige gebrek aan aandacht voor lokale kunstenaars doet afbreuk aan de rijke cultuurhistorie van Deventer én haar toekomst.


Ik schrijf dit vanuit mijn eigen perspectief.
Een methode van prijsbepaling die ik voorbij heb zien komen, is het berekenen van de prijs op basis van het aantal vierkante centimeters – een oppervlakteberekening. Dit wordt vaak toegepast door kunstenaars die realistisch schilderen en hun ambacht uitoefenen als klassieke schilders. Dat kan ik op zich begrijpen en daar kan ik in meegaan.
Maar hoe pas je zo’n methode toe op abstracte kunst? Bij abstract werk draait het vaak om gevoel en emotie. Hoe bereken je het gevoel per vierkante centimeter? Dat is een onmogelijke opgave. Je doet onderzoek naar wat je wilt bereiken en waar je naartoe wilt met je werk. Vervolgens bekijk en calculeer je – als je geluk hebt – welke materialen je wilt gebruiken, hoe je het wilt presenteren, enzovoort. Maar op welk model baseer je die berekening? Het antwoord is simpel: dat doe je niet. Je moet op een andere manier slim en creatief zijn om je werk op een redelijke manier in de markt te zetten. Helaas is dat maar voor weinigen weggelegd, en veel kunstenaars struikelen over deze moeilijke keuzes.
Ik heb mezelf altijd weten te redden door naast mijn kunst een vast inkomen te hebben. Dat gaf mij financiële zekerheid; ik kon mijn vaste lasten en verplichtingen voldoen zonder afhankelijk te zijn van de verkoop van mijn werk. Ik weet dat sommige kunstenaars hier kritisch over zijn. Zij vinden dat je je als kunstenaar volledig moet inzetten en alleen dan “echte” kunst kunt maken. Maar voor mij waren mijn verplichtingen in het leven minstens zo belangrijk als mijn kunstenaarsbestaan.

Betekent dat dat ik mezelf als kunstenaar niet serieus neem? Nee, integendeel. De keuzes die ik heb gemaakt, voelden voor mij goed. Ik kon rustig mijn gang gaan en had alle tijd om me volledig op mijn werk te richten. Door de jaren heen besefte ik bovendien dat dit precies is wat ik nodig heb. Misschien kun je me een “late leerling” noemen – zo zie ik mezelf zeker. En dat is helemaal prima.
Toen ik mijn galerie runde, merkte ik al snel dat kunstenaars vaak allerlei eisen stelden. Ze wilden bijvoorbeeld weten hoeveel bezoekers ik per week ontving, wat mijn gemiddelde omzet was, en hoe en waar ik adverteerde. Hoewel dat destijds soms frustrerend was, denk ik dat de situatie tegenwoordig omgekeerd is: je mag als kunstenaar blij zijn als je een galerie vindt die bereid is je werk tentoon te stellen. Tenzij je natuurlijk een grote naam bent. In dat geval heb je als galeriehouder meestal te maken met een medewerker van de kunstenaar in plaats van met de kunstenaar zelf.
Deze ervaringen zetten me aan het denken: wat doe je wel en wat doe je niet om je werk te promoten? Sommige kunstenaars geloven dat hun werk “goed genoeg” is en zichzelf wel verkoopt. Maar niets is minder waar. Het roept de vraag op: wat is kwalitatief goed werk, en wie bepaalt dat eigenlijk? Daarmee begeef je je al snel op glad ijs.
Dat blijkt wel uit de kunstgeschiedenis: vernieuwende en opzienbarende stijlen, zoals die van Van Gogh of Mondriaan, kregen hun plek juist door hun afwijkende karakter.
In de huidige tijd lijkt de voorkeur vooral te liggen bij realistische of abstracte kunst. Maar economische omstandigheden spelen hierbij een grote rol. In tijden van economische neergang zoeken mensen houvast. Realistische kunst, die direct begrijpelijk en herkenbaar is, sluit daar perfect bij aan. Wat je ziet, is wat je krijgt – er is geen ruimte voor interpretatie of twijfel. Hierdoor blijft de verkoop vaak redelijk stabiel. Abstracte kunst daarentegen heeft een minder voorspelbare verkoop, vooral in economisch onzekere tijden. Het gebrek aan houvast en de vervreemdende aard van abstract werk maken het voor veel mensen lastiger te plaatsen, wat de verkoop onder druk zet.

Er is altijd een specifieke groep mensen die bepaalt wat als hoogstaande kunst wordt gezien en wat als “pulp” wordt afgedaan, om het maar plat te zeggen. Kunst wordt beïnvloed door allerlei factoren, waaronder maatschappelijke trends en economische omstandigheden.
Dit deed me denken aan mijn tijd als galeriehouder. Ik bepaalde wie er wel of niet in mijn galerie kon exposeren, wat soms een lastige en vervelende taak was. De selectie maakte ik uiteindelijk op gevoel. Dat leidde soms tot succesvolle verkopen, maar vaak ook niet. Het blijft een gok, waarbij persoonlijke voorkeur en de markt elkaar niet altijd vinden.

Formaat 80 x 100 cm
Medium : Olie op doek
Getekend aan de achterkant
Mijn schilderij straalt een intense energie en dynamiek uit, met een overheersend palet van vurige rode tinten. De abstracte penseelstreken lijken een gevoel van beweging en emotie vast te leggen, alsof ze de kracht en passie van het huidige moment weerspiegelen.
Perfect passend in een tijd waarin kunst steeds meer dient als spiegel van de menselijke ervaring.
Het is een kunst op zich om je kunst in de markt te zetten. Als kunstenaar wil je rond kunnen komen, maar bijna geen enkele kunstenaar is van nature een goede marketingmanager voor zijn eigen werk. Natuurlijk zijn er uitzonderingen: enkele kunstenaars springen eruit omdat ze een vlotte babbel hebben of een opvallend uiterlijk – iets waar ze handig gebruik van maken.
Toch zijn de meeste kunstenaars vooral bezig met hun creaties en hebben ze vaak niet het netwerk om hun werk aan de man te brengen. Daarom doen velen een beroep op galerieën. Maar na jaren ervaring in deze wereld ben ik tot de conclusie gekomen dat ook daar dezelfde principes gelden: een goede presentatie, een sprekend verhaal of een bijzondere uitstraling maken het verschil. Voor de “gewone” kunstenaar, zonder deze extra’s, is het een stuk lastiger.

Ik heb zelf vijf jaar een galerie gehad, waar in de eerste jaren ook andere kunstenaars hun werk mochten exposeren. Helaas kwam ik erachter dat sommigen achter mijn rug om werk verkochten, terwijl ik als etalage voor hen had gefungeerd. De commissie, bedoeld voor mij, staken ze in eigen zak. Hoewel ik hun beweegredenen begrijp – eindelijk een werk verkopen en de volledige opbrengst zelf houden na zoveel inspanning – voelde het voor mij oneerlijk. Ik maakte immers ook kosten en investeerde veel tijd. Vanaf dat moment besloot ik alleen nog mijn eigen werk te verkopen in mijn galerie.
Waar het uiteindelijk om draait, is het vinden van een eerlijke en respectvolle balans tussen de belangen van de galeriehouder en de kunstenaar. Beide partijen maken kosten en willen daar iets aan verdienen. Maar hoe doe je dat op een manier die voor iedereen werkt?

Nu ik mijn kunst opnieuw wil verkopen, zie ik in dat het bijna een onmogelijke taak is. Daarom heb ik ervoor gekozen om mijn werk uitsluitend via mijn eigen website aan te bieden. Misschien leidt dit tot weinig of zelfs geen verkoop, maar op deze manier kan ik mijn kunst presenteren zoals ik dat wil. Gelukkig kan ik mijn kosten momenteel zelf dragen, waardoor ik deze keuze kan maken.