Als ik abstracte kunst maak en fotografie als kunstvorm gebruik, vind ik het soms lastig om de twee te combineren. Mijn schilderijen ontstaan namelijk uit een innerlijk gevoel, terwijl mijn fotografie voortkomt uit het vastleggen van de realiteit om me heen. Twee tegenstellingen, maar toch ergens te verklaren.
Wanneer je vanuit gevoel werkt en dit vertaalt naar een schilderij, is dat een heel andere vorm van expressie dan het vastleggen van de wereld met een mechanisch apparaat. Toch bieden de moderne technieken de mogelijkheid om beelden digitaal te manipuleren en naar je hand te zetten. Hoewel dat niet mijn gebruikelijke werkwijze is, maak ik er soms minimaal gebruik van. Bij het creëren van een “mooi plaatje” raakt de realiteit echter vaak volledig uit het oog verloren. Dat is op zich niet erg, zolang dat de bedoeling is.
In de wereld van AI gaat dit echter veel verder. Foto’s worden steeds minder als waarheid gezien, wat leidt tot een vreemde vorm van manipulatie. Je kunt je afvragen: wie houd je voor de gek? Toch kan AI ook een hulpmiddel zijn. De grens tussen creatief gebruik en misleiding is echter behoorlijk vaag.
Daartegenover staan mijn schilderijen, die puur voortkomen uit noeste arbeid en gevoel. Hier is geen sprake van manipulatie. Ondanks de verschillen tussen mijn schilderijen en mijn fotografie, werk ik aan beide kanten met evenveel toewijding.
Daarom voel ik vaak een sterke aantrekkingskracht naar analoge fotografie. Het is minder manipulatief en geeft me meer het gevoel van ambacht. Je moet bewuster kiezen wat je maakt en hoe je dat doet. Tegelijkertijd biedt digitale fotografie voordelen, vooral vanuit milieuperspectief. Het analoge proces heeft namelijk een grotere impact op het milieu, wat me soms doet kiezen voor digitaal.